Turijn, Milaan, Londen, Grenoble, Oostende en Rome: Steden delen ervaringen met stedelijk voedselbeleid op de Terra Madre Salone del Gusto

24 Settembre 2022

Steden—waar de helft van de wereldbevolking woont en 70% van het wereldwijd geproduceerde voedsel wordt geconsumeerd—kunnen veerkracht en duurzaamheid creëren in hun voedselsystemen: op de Terra Madre Salone del Gusto, die dit jaar van 22 t/m26 september wordt gehouden in het Parco Dora in Turijn, werden op donderdag 22 september in the conferentieruimte “Feeding the City” twee opeenvolgende paneldiscussies gehouden waarin projectdeelnemers en andere experts op het gebied van stedelijk voedselbeleid dit onderwerp bespraken.

Vertegenwoordigers en experts benadrukten het belang van samenwerking en het creëren van verbindingen om veerkracht, duurzaamheid en kwaliteit te garanderen in stedelijke voedselsystemen.

 

“Turijn was de eerste Italiaanse stad die het recht op voedsel in zijn statuten zette en niet zomaar voedsel, maar hoogwaardig, voldoende, voedzaam, gezond en cultureel en religieus aanvaardbaar voedsel”, herinnerde Michela Favaro, de loco-burgemeester van Turijn. De loco-burgemeester van Milaan, Anna Scavuzzo, benadrukte het belang van een geïntegreerde benadering in gecompliceerde situaties en van allianties, en onderstreepte dat ”een benadering geïntegreerd moet zijn, anders is het geen benadering, maar slechts een poging,” zoals geïllustreerd door Food Trails en het hoofdproject, het Milan Urban Food Policy Pact, een internationale overeenkomst over stedelijk voedselbeleid dat door 243 steden over de hele wereld is ondertekend. De overeenkomst werd gelanceerd na de Expo 2015 en brengt meerdere steden over de hele wereld samen om hun beste werkwijzen te delen. Er is zelfs een prijs in het leven geroepen om deze te erkennen. Er is niet alleen een bibliotheek met nieuwe voedselstrategieën van over de hele wereld verzameld, maar er worden ook innovatieve door de EU gefinancierde projecten uitgevoerd, met een totaal van 31 miljoen Euro geïnvesteerd in 16 projecten.

 

De drie elementen waar steden zich op zouden moeten concentreren zijn: openbare aanbestedingen, bijvoorbeeld in scholen en ziekenhuizen, stedelijke voedselmarkten en geen voedselverspilling, volgens Corinna Hawkes, professor en directeur van het Centre for Food Policy, City, Universiteit van Londen. “Als iedere stad deze drie dingen zou kunnen implementeren, zou dat echte veranderingen teweegbrengen,” zei ze. Het zou “gezond voedsel op scholen betekenen via openbare aanbestedingen, ervoor zorgen dat de voedselmarkten vol liggen met gezonde, voedzame levensmiddelen, producenten ondersteunen en voedselverspilling verminderen, wat betekent dat het milieu, voedselonzekerheid en klimaatverandering worden aangepakt. Door de aandacht voornamelijk op de burgers te richten, krijg je een eter-gerichte benadering van het voedselsysteem die ook rekening houdt met de behoeften van alle andere spelers in de keten.”

 

Marta Messa, algemeen secretaris van Slow Food, merkte op dat “we de rol van steden en stedelijk beleid centraal moeten stellen bij het vernieuwen van het voedselsysteem en om het voedselsysteem te veranderen moeten we allemaal samenwerken. We kunnen niet verwachten dat individuen het systeem zelf veranderen.”

Slow Food is een van de belangrijkste partners van Food Trails, een vierjarig, door de EU gefinancierd project dat in oktober 2020 is gelanceerd en dat ernaar streeft om de ontwikkeling van geïntegreerd voedselbeleid in steden aan te moedigen door “Living Labs” op te zetten, die de samenwerking tussen openbare overheden en burgers mogelijk maken om voedselbeleid te ontwikkelen dat de gemeenschap sterker maakt, afval vermindert, duurzaamheid verbetert en garandeert dat mensen gezond en veilig voedsel eten.

 

Schoolkantines zijn een belangrijk element van het voedselbeleid, en kunnen echte veranderingen teweegbrengen.

Deze benadering werd geïllustreerd door de ervaring van de Grenoble-Alpes Métropole, een grootstedelijk bestuur dat 49 gemeenten omvat in zuidoost-Frankrijk. “We hebben geen rechtsbevoegdheid op het gebied van voedsel,” zei Christine Oriol, adviseur landbouwontwikkeling in Grenoble. “Dat mogen we niet volgens de wet. Maar we kunnen wel werken aan energie- en watervoorziening, afval, sociale cohesie, financiën, en al die afdelingen hebben nu programma’s op het gebied van het voedselbeleid. We hebben dus wel degelijk een geïntegreerd voedselbeleid.” Ze slaagden erin om schoolkantines zijdelings te beïnvloeden door hun jurisdictie over afval en landbouw, door te werken aan kwaliteitsinkoop, voedselverspilling te verminderen en wegwerpplastic te vervangen door herbruikbare verpakkingen.

 

De Belgische stad Oostende heeft een Food Shift Acceleration Lab geïmplementeerd dat samenwerkt met negen steden om verandering teweeg te brengen. Een van de belangrijkste aandachtspunten was een agrarisch park in de stad. “Het is maar 35 hectare, het zal niet de hele stad van voedsel voorzien, maar het is wel indrukwekkend om te zien hoeveel initiatieven er zijn ontstaan vanuit dit voedselpark. Een CSA (gemeenschapslandbouw), een boerenmarkt, educatieve activiteiten, werken met scholen, met centraal wonen. Kortgeleden kocht een bejaardentehuis 50 aandelen in de CSA, zodat ze vers, biologisch voedsel krijgen dat op één kilometer afstand van het tehuis wordt verbouwd. In plaats van alles in plastic verpakt te kopen, krijgen ze nu groenten die vol modderige klei zitten. Ze hebben er meer werk aan, maar ze zijn zo blij met de smaak” zei Kathy Belpaeme, de directeur van de voedselafdeling.

 

Deelname van het publiek is de sleutel tot het verschuiven van het voedselbeleid: “Rome heeft 200 gemeenschappelijke tuinen, merkte Elisabetta Luzzi van Risorse per Roma op, een gemeentelijke instantie van de stad Rome” en deze stadstuinen laten zien hoe krachtig deelname werkt. Het zijn de nieuwe piazza’s: sociale ontmoetingsplaatsen, fantastisch om ook gehandicapte mensen, zwakkere mensen op te nemen en voor de integratie van vluchtelingen.” Ten slotte, zei ze, “is het beste voedselbeleid afkomstig van de burgers. Een Living Lab met 400 mensen uit verschillende organisaties, die meer dan 5.000 personen vertegenwoordigen, komt sinds februari bij elkaar en stelt voorschriften op voor de Voedselraad van de stad, die tegen het einde van het jaar zullen worden omgezet in een wet.”

Skip to content